@the office
HETZELFDE MAAR ANDERS Het voelt eigenlijk als de eerste dag in een nieuwe uitdagende functie. Maar dan in een vochtige hitte van 35 graden Celcius. Met Swahili en Engels als voertaal. En in een heel andere bedrijfscultuur. Op dat laatste was ik het meeste voorbereid. Ik las reeds geboeid over de belangrijkste cultuurverschillen tussen België en Tanzania. Zo bestaat hier een sterkere focus op het collectieve gebeuren waardoor minder rekening wordt gehouden met individuele wensen. Tanzanianen beseffen dat onzekerheden niet te vermijden zijn. Zij ervaren dagelijks een beperktere controle over kleine en grote omstandigheden. Vanzelfsprekend ontstaat zo een oriëntatie op kortere termijn. In de meeste Oost-Afrikaanse talen bestaan dan ook geen woorden om de verre toekomst te benoemen. Bepaalde werkwoordsvormen duiden op maximaal 2 jaar. Alles wat verder in de toekomst ligt kan niet benoemd worden. Eigenlijk ligt dat dan achter de horizon en dus buiten hun beleving of interesse. Deze uitdagingen ondervind ik tijdens mijn eerste dagen bij VSO (Voluntary Service Overseas). En toch is ook heel veel eigenlijk gewoon hetzelfde. Zo is de kledingsstijl vergelijkbaar; de heren verschijnen in lange broek met klassiek hemd of shirt en gesloten schoenen. De dames maken het bonter en kiezen voor vrolijke, moderne kleurtjes gecombineerd met traditionele accenten en unieke kapsels. De eerste onwennige interactie met collega's is ook herkenbaar; de één is al wat betrokkener en gedrevener dan de ander. De tijd dat ieder zijn eigen bureautje had, is ook hier voorbij; met zijn allen dicht en gezellig op elkaar is dus het moto. En zoals gewoonlijk zijn toegangsaccount en laptop aangevraagd maar toch nog net niet gearriveerd. 's Middags lunchen we gezellig samen onder de eerste boom en praten we over alles en niets.(zie foto) Hier doen we dat terwijl de rechterhand stukjes vis of kip in onze mond steekt. Smoskes zijn ongekend. Twee tot drie warme maaltijden per dag is de norm. |
MIJN EERSTE WEEK De eerste dag verslind ik logistiek advies en tips over het verhogen van onze veiligheid. De dag erna staat in het teken van de financiële procedures. Ik onthoud dat elke terugbetaling een voorafgaande aanvraag vereist, een definitief formulier en een interne nota bij het indienen van die formulieren. Interessanter is de dienst Monitoring & Development; om de effectiviteit te verbeteren wordt elke actie voorafgegaan en afgesloten met een meting. Beiden worden dan met elkaar vergeleken. Concreet wordt bijvoorbeeld vóór elke training een test afgenomen en vergeleken met een test ná die training waarop de trainees idealiter hoger dienen te scoren. Indien dit niet het geval is wordt die training herbekeken, aangepast of geschrapt. Ik ben onder de indruk. Ik herinner me toch wat Belgische trainingen waarbij ik me vragen stelde bij de toegevoegde waarde. Als trainer zoek ik met opdrachtgevers dan ook actief mee naar wat een opleiding nu concreet dient bij te brengen naast het gezellig dagje uit en dat is geen evident vraagstuk. In een ontwikkelingscontext zijn die metingen ook van groot belang. Ik las gisteren het voorwoord van het controversiële Dead Aid van de Afrikaanse Econome Dambisa Moyo. Zij neemt de klassieke financiële Westerse hulp van de voorbije decennia onder de loep en stelt dat die voor vele Afrikaanse landen op een ramp uitdraaide. Ik ben benieuwd. Een ander deel van mijn introductie omvat het medische aspect. Dokter Edward onderhoudt ons de hele dag over alle mogelijke medische gevaren. We leren alles over oa malaria, tuberculose, slaapziekte en HIV. Ik registreer me veiligheidshalve dan ook maar bij 2 Hollandse dokters na een uurtje wachten tussen zuchtende patiënten met de typische malaria-prik-in-de-wijsvinger-test. Het laatste onderwerp van de dag mag in België nog meer aan bod komen: stressmanagement. Ik leer dat mijn Tanzaniaanse medetrainees ook stress ervaren (wat had je gedacht!?) maar daar blijkbaar vlot mee omgaan. In razend tempo benoemen zij tientallen concrete tips. Die gaan van het bespreken en weg-dansen over meditatie tot professionele hulp zoeken. Waw. Voor dat laatste ligt hier nog een markt open. Psychologische hulp is momenteel grotendeels bestemd voor psychiatrische patiënten in de grote steden. Ook het coachingsvak staat hier in zijn kinderschoenen op enkele dartele jonge voetballers en rijke expats na. De strategische visie van VSO anno 2017 met een nieuwe CEO en country director omvatten veel cijfers, rapporten en managementtermen. Ik luister een uur later en een verdieping lager liever naar Franklin, een projectofficier van ICS (International Citizen Service) die in Zanzibar boeren bijstaat met CASH-project (Commercial Agriculture for Small holders farmers in Horticulture). Hij begon ooit als nationaal vrijwilliger bij ICS en werkte zich verder op. Momenteel begeleidt hij jongeren die in samenwerking met andere projecten kennis delen rond bvb verpakking, prijszetting, marketing en boekhouding. |
EN ACTIE Vrijdag mag ik een training observeren die Tanzaniaanse jongeren voorbereidt op hun vrijwilligersproject. Origineel hoe verschillende trainees een rol opnemen; tijdsbewaker, focuser, mood-monitor, energizer, samenvatter,.. Ik denk aan de verschillende leerstijlen tijdens de peter/meter-training die ik gaf voor Umicore; de doener in mij wil actie! 40 meisjes en jongens tussen 18 en 25 kijken even vreemd op als ik hen stimuleer om hun toekomstige uitdagingen positief om te buigen. Nog vreemder als ik het vorige week aangeleerde Mingle-Mingle op hen toepas om op Afrikaanse wijze 4 groepen te maken. Ze zijn snel mee en lopen klappend en zingend rond tot ik een getal roep. Zij moeten zich dan omringen met dat geroepen aantal mensen. (zie foto) Hilariteit alom. Het werkt! Na de lunch en een geanimeerde discussie over geloof vraagt de trainer of ik de presentatie-sessie wil faciliteren. Elke groep brengt het project naar voor waarin hij of zij gaat werken. Ik zie gedreven jongeren met een rijke Engelse woordenschat die elk om beurt hun ding doen. Achteraf daag ik het publiek uit inhoudelijke vragen te stellen en feedback te geven. Dat blijkt niet zo evident. Ondanks enkele sterke talenten hoor ik weinig positieve bemerkingen. Enkele voorbeelden maken mijn verwachtingen duidelijker. Voor sommige toehoorders. Mijn hoofd tolt. Hoe geef ik feedback in groep zonder persoonlijk te worden? Hoe coach ik best in deze cultuur? Ik maak het wat algemener en rond af met een klassieker; "Wat hebben we vandaag geleerd?" Ah nee, dat kennen ze hier niet.... Misschien helpen de Swahili-lessen me om me verstaanbaarder te maken. Aan lerares Janet ligt het alleszins niet. Als een doorgewinterde pedagoog leert ze me spelenderwijs 10-en woordjes en grammatica. Ik hoor mezelf enthousiast tellen met behulp van kaartjes, rollenspellen en het Memory-spel. Al haar didactische vaardigheden zet ze in om ons het Swahili taalgevoel te geven. (zie foto) Elke spier gebruikt ze om haar gezicht trots te laten stralen als we een kinderlijk zinnetje goed uitspreken. Pole Pole. Zachtjes aan. Het werkt, ook na de uren, we wandelen terug naar huis en oefenen al onze begroetingen op elke passant. Tot vervelens toe. Spijtig dat zij er het laatste deel van de week niet is. Ze heeft hele dringende redenen verklapt ze nog. Na 5 jaar verkering en een officiële verloving is het nu toch wel echt tijd om haar schoonouders te ontmoeten en te vereren. Haar vervangster volgde helaas niet dezelfde opleiding en pakt het aan op de strenge manier: "en nu vanbuiten opzeggen zonder te kijken". Het bezoek aan de grootste markt van Dar, met onderhandelingen en aankopen in het Swahili, maakt veel goed. Het afrondende en uitgebreide Kerstbuffet op kantoor ook. Kwa heri na Karibu 2017! |