Ontmoetingen
Tijdens de kerstvakantie besluiten Marloe en ik om naar Morogoro te gaan en de Uluguru bergen te beklimmen. Als we het aangeraden toeristisch kantoor binnenwandelen, verwelkomt gids Grayson ons enthousiast. Op onze vraag benoemt hij de wandelmogelijkheden. Of we Lupanga Peak (2136m) ook kunnen trotseren? Daar lazen we immers prachtige recensies over. "Door de regen van de laatste dagen is het pad momenteel zeer slecht begaanbaar", vreest hij. Tiens, ik zag helemaal geen regen. Heeft deze jonge kerel geen zin in een stevige wandeling misschien?
Zondagochtend 9.30 uur. Een bevriende vrijwilliger uit Lindi brengt het weekend bij ons door. Net op het moment dat ik het ontbijt bestaande uit toast, ei, advocado en warme tomaat opdien, wordt op de deur van ons appartement geklopt. Het blijkt de vaste taxichauffeur van VSO te zijn. Verwonderd laat ik hem binnen en bied hem iets te drinken aan. Hij weigert beleefd, nestelt zich in de zetel, neemt het Knack magazine en bladert van foto naar foto. We kijken elkaar aan en laten het ontbijt niet koud worden. Intussen keuvelt en lacht hij met ons mee. Uiteindelijk informeert hij naar de plannen van de dag en verzoekt vriendelijk om een voorschot voor de beloofde rit van morgen.
Tijdens een eerste kennismaking met het centrum van Dar Es Salaam wandelen we door de Arabische buurt en ontdekken we een grote sierlijke moskee. Rechttegenover de ingang zit een aantal vrouwen en kinderen op de grond. Ze groeten en wuiven ons enthousiast toe. We naderen breed lachend. Op het moment dat we hen passeren transformeert de wuivende hand vliegensvlug in een bedelende hand en klinkt er enigszins dreigend: "give me my money!".
Maandag 8 januari 6.55 uur. Op mijn dagelijkse wandeling naar het werk komt een man van middelbare leeftijd op me af:"Karibu rafiki! Welkom mijn vriend!" Oh nee, toch niet weer een die geld van me wil? Ik versnel mijn pas.
De gids en de taxichauffeur
Elke dag, elk uur belanden we in interacties of situaties die we interpreteren en waarop we reageren. Ikzelf heb nogal de neiging, niet steeds tot ieders jolijt, daar nog wat dieper in te duiken. Op zoek naar de drijfveer, de realiteit achter hetgeen ik zie of hoor. Vanzelfsprekend wil ik dat hier ook. Na 6 weken Tanzania betrap ik mezelf op nieuwe denkpatronen die een brug willen maken tussen mijn Westerse denken en mijn Afrikaanse realiteit. Maar kan ik dat eigenlijk wel? Kan ik met mijn bril deze realiteit zien? Ik vrees in bovenstaande situaties pardoes naast de kwestie te zitten.
12 uur wandelen we samen met gids Grayson in de bergen. Na wat informeel gekeuvel, maak ik van de gelegenheid gebruik om meer door te vragen over zijn waarheden en percepties. Ik merk dat hij het hele idee achter rust- en verzorgingshuizen niet begrijpt en blijft zoeken naar de reden waarom wij onze ouders en grootouders wegstoppen. Niet evident om dat naar zijn cultuur over te brengen.
Halverwege het steile afdalen (grotendeels op handen en voeten) vraag ik noodgedwongen om 2 stokken. Mijn knieën trillen alsof ze een eigen leven leiden. Elke stap wordt lastiger en ik ben bang te vallen. "Eigenlijk toch wel een pittige tocht hoor", mompel ik naar de gids. "Ah ja, ik waarschuwde toch dat het uitdagend en zeer moeilijk zou zijn door de regen", repliceert die. "Inderdaad, maar wij merken dat Tanzanianen niet graag wandelen dus dat jij misschien geen zin had in deze uitdaging?!"
Nu blijkt echter dat het merendeel van de Westerse wandelaars vroegtijdig om een lift verzoekt en enkele klanten zelfs formeel klagen over de zwaarte van deze tocht. Daarop besloten de gidsen om toekomstige klanten wat af te schrikken en te ontmoedigen. Als alternatief bieden ze een korte en makkelijkere tocht aan. Helaas blijkt dit niet te werken en beweren velen dit wel aan te kunnen en niet bang te zijn van een stevige uitdaging. Totdat ze onderweg zijn.... Toerist en gids blijven door hun bril naar elkaar en die adembenemende berg kijken waardoor prachtige vergezichten besmeurd worden met gezeur.
Dat zet me (nog meer) aan het denken. En al die andere interpretaties die ik hier vrolijk doe?! Onze assertieve taxichauffeur is eigenlijk stevig en proactief aan het netwerken. Hij komt zijn diensten letterlijk aanbieden op een zondagochtend. Dat kan wel tellen als engagement. En ja, zijn inkomen is misschien niet stabiel genoeg om weekenden en vakanties door te komen. Er is geen reserve om opzij te zetten. Het financiële tekort is eigenlijk zijn enige constante. Vandaar zijn commerciële actie.
Arm of rijk
En uiteindelijk zijn wij toch ook rijk? Dat repliceert een ander toen we over dit onderwerp van gedachten wisselen. Ik probeer hem te overtuigen van onze kostenstructuur, hoge belastingen, de arme werkende middenklasse etc. "Jij hebt een auto, een stenen huis met wc, douche en alle moderne voorzieningen en nog geld voor hobby’s en uitjes. Dus jij bent rijk." Tja, als je weet dat meer dan 80% van de stedelijke bevolking geen toegang heeft tot electriciteit. En dat er naast ons appartement een openbaar kraantje staat vanwaar elke dag vrouwen hun water op het hoofd naar huis torsen. Misschien ben ik dan toch rijk.
Ook die bedelende mensen aan de moskee hebben geen leefloon, geen tegemoetkoming en nog minder toekomstperspectief en zien ons als wandelende portefeuilles. En als ik naar veel Mzungu (blanken) kijk hier, klopt dat beeld misschien nog ook. We komen toe in Dar, nemen de ferry richting Zanzibar waar we even rusten aan het strand van een duur hotel of vliegen naar een park om in een file enkele wilde dieren te spotten die de meerderheid van de locals nooit zullen zien.
Die man die me groet op weg naar het kantoor kijkt me vreemd aan als ik doorstap. "Bang van een zwarte?" vraagt hij, "in Tanzania groeten we elkaar uitbundig, zomaar, zonder reden." Ik slik en groet.
Hoe ziet de gemiddelde Tanzaniaan mij, de blanke adviseur, eigenlijk? Iemand zei dat hij niet verstaat waarom ik mijn loon, leven en comfort onderbreek om hier in beperkte omstandigheden te proberen helpen? Vanuit Antwerps perspectief kan ik me iets bij die vraag voorstellen, maar dit is een collega van VSO. Iemand die een vast loon genereert uit het delen van kennis en de daaruitvloeiende vrijwilligersstroom.
De kaart is niet het gebied. De betekenis van iets is nooit gelijk aan dat iets. We kunnen volgens filosoof Korzybski de wereld niet direct ondervinden, enkel abstracties helpen ons daarbij. Verschillende filters zoals taal, opvoeding, cultuur en herinneringen zorgen voor verschillende betekenissen van eenzelfde concept.
Tijd voor een Afrikaanse bril!
Back to Top